Category Archives: Sociale verzekeringen

Compensatieregeling vrouwelijke zelfstandigen

Een bepaalde groep zelfstandigen heeft alsnog recht op financiële compensatie voor hun zwangerschaps- en bevallingsverlof. Deze regeling geldt voor vrouwelijke zelfstandigen, beroepsbeoefenaren en meewerkende echtgenoten, die zijn bevallen in de periode tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008. De compensatie kan tussen 15 mei en 1 oktober 2018 aangevraagd worden bij het UWV. De hoogte van de compensatie bedraagt 90% van het wettelijk minimumloon 2017 per dag inclusief vakantiebijslag en wordt berekend over 80 dagen. Dat komt neer op een bedrag van € 5.600.

Voor 7 mei 2005 konden vrouwelijke zelfstandigen een beroep doen op de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor Zelfstandigen (WAZ). Met ingang van 4 juni 2008 is de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen (Wet ZEZ) van kracht. In de tussenliggende periode hadden zelfstandigen geen recht op een uitkering tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof. Dat is volgens de Centrale Raad van Beroep in strijd met het VN-Vrouwenverdrag. Daarom heeft de minister van Sociale Zaken alsnog een compensatieregeling opgesteld.

Vrouwelijke zelfstandigen, die in aanmerking denken te komen voor deze regeling, zullen zelf actie moeten ondernemen. Het UWV zal de doelgroep niet benaderen. Het aanmeldingsformulier is te vinden op de website van hetUWV. De uitbetaling zal in het eerste kwartaal van 2019 plaatsvinden.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | besluit | nr. 2018-0000027251, St.crt 2018, Nr. 14285 | 30-05-2018

Berekening buitenlandbijdrage Zvw

EG-verordeningen inzake de sociale zekerheid bepalen dat in beginsel slechts één wetgeving van toepassing is. Volgens deze verordeningen heeft een in België wonende gepensioneerde met een pensioen uit Nederland recht op zorg in België ten laste van Nederland. Nederland heft in verband daarmee op grond van de Zorgverzekeringswet een buitenlandbijdrage. Deze wordt ingehouden op Nederlandse pensioenen van een in het buitenland wonende pensioengerechtigde.

De vraag in een procedure voor de Centrale Raad van Beroep was of de buitenlandbijdrage beperkt moet zijn tot de AOW-uitkering of ook mag worden berekend over een aanvullend pensioen. De belanghebbende in de procedure beriep zich op een arrest van het Hof van Justitie EU. Dat arrest had betrekking op een inwoner van Ierland met twee aanvullende pensioenen van een Belgische werkgever, die geen wettelijk pensioen uit een lidstaat van de EU ontving. Volgens het Hof van Justitie EU was alleen de Ierse wetgeving van toepassing en mocht België geen sociale bijdragen inhouden op de pensioenen.

De Centrale Raad van Beroep is van oordeel dat dit arrest niet van toepassing is op iemand die in het buitenland woont en een wettelijk pensioen en een aanvullend pensioen uit Nederland ontvangt. Nederland is in dit geval bevoegd om een bijdrage te heffen en te innen. Op welke wijze de berekening van deze bijdrage plaatsvindt, is door de EG-verordeningen niet geregeld maar wordt overgelaten aan de nationale wetgeving. In de rechtspraak van het Hof van Justitie EU zijn geen aanknopingspunten te vinden dat Nederland de buitenlandbijdrage niet over aanvullende pensioenen zou mogen berekenen.

Bron: Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | ECLINLCRVB20181365, 157967 ZVW, 16/3221 ZVW, 17/3837 ZVW, 17/3838 ZVW | 24-05-2018