In een eerder bericht meldden wij dat de termijn voor beëindiging van de pensioenopbouw in eigen beheer verlengd zou worden tot 1 april 2017. Als alles goed verloopt, dan stemt de Tweede Kamer op 9 februari over dit wetsvoorstel en de Eerste Kamer op 7 maart. Het uitfaseren van het pensioen in eigen beheer wordt dan mogelijk per 1 april 2017. De extra tijd die al was gegund om bepaalde zaken te regelen (zoals het premievrij maken van pensioen of terughalen extern verzekerd pensioen) wordt eveneens met drie maanden opgeschoven tot 1 juli 2017. Andere maatregelen (zoals het vervallen van de zogenoemde doorwerkvereiste) treden wel met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 in werking.
De DGA zal dus vóór die tijd een keuze moeten maken.
U krijgt de keuze om:
- niets te doen. In feite wordt dan gekozen voor behoud van het pensioenregime. U blijft het recht op uitkering van een levenslang pensioen behouden en de BV is gebonden aan complexe regels voor de reservering en uitvoering daarvan;
- de pensioenvoorziening om te vormen in een eenvoudige spaarpot voor de oude dag. Deze spaarpot mag bij een bank of verzekeraar worden afgestort voor een lijfrente. Maar de BV mag de spaarpot ook zelf gaan uitkeren. Dit moet uiterlijk bij het bereiken van de AOW leeftijd gebeuren en de uitkering moet dan in 20 jaar plaatsvinden.
- de pensioenvoorziening af te kopen tegen een lager belastingtarief dan normaliter.
U heeft dus drie mogelijkheden:
- doorgaan met het pensioen wat u tot nu toe heeft opgebouwd (PEB);
- overstappen op de meer eenvoudige oudedagsverplichting (ODV) of;
- afrekenen en uw pensioengeld naar privé halen (afkoop).
Doorgaan met PEB is zelden aantrekkelijk vanwege de complexiteit en de relatief hoge jaarlijkse kosten. In feite betekent dit dat u kunt kiezen tussen de ODV of afkoop.
Voor het maken van deze keuze is een overgangsperiode van drie jaar ingesteld. De keuze voor de ODV of afkoop moet voor 2020 gemaakt worden. Echter, een snelle keuze wordt beloond. In 2017 betaalt u namelijk maximaal 34,06% belasting over de afkoop, terwijl dat in 2018 al 39% en in 2019 zelfs 41,86% is.